Langs De Rotte

Op zonnige dagen lijkt heel Rotterdam wel uit te rukken om langs of op De Rotte te gaan recreëren. Op de kades verdringen wandelaars, tourfietsers, wielrenners, atb-ers en mensen op skeelers elkaar. Op het water trekt een bonte stoet aan sloepen, kano’s en jachtjes voorbij. De bruggen zijn geliefd bij mannelijke adolescenten. Ze wedijveren met elkaar wie er het stoerst vanaf springt.

Als je graag naar mensen kijkt en luistert, kun je op een bankje langs de kant je hart ophalen. Op een van de bankjes voor restaurant De Lindehoeve vertelde een oudere man over zijn leven aan kennissen die hij op zijn fietstochtje was tegengekomen. Een triest verhaal. Zijn vrouw was onlangs bij hem weggelopen voor een andere man. Hij had longkanker gehad. En het spaarpotje van 40.000 euro dat hij dacht te hebben, was een schuld van 15.000 euro gebleken. Hoe dat zat, kon ik uit het verhaal niet opmaken – een aandelenlease-constructie misschien? Zijn kennissen, een echtpaar, probeerden hem op te beuren. Moest hij niet eens gaan denken aan een nieuwe vrouw? Nee, dat zag hij niet zitten. Hij werd wel eens uitgenodigd hoor, voor een kopje koffie. Maar alleen van op de koffie gaan bij een vrouw kreeg hij het al Spaans benauwd. Nee, dan ging hij liever langs De Rotte fietsen. Hij hield van De Rotte. Het echtpaar wenste hem sterkte en ging verder. Ze waren nog niet weg of een ander ouder echtpaar schoof aan op het bankje bij de man. ‘Hee, hoe gaat het?’ Weer het hele verhaal. Vrouw weggelopen, longkanker, een schuld van 15.000 euro. Weer kon de man zich een half uurtje wentelen in medeleven.

Langs De Rotte fietsen als therapie.

vaartuig

19-06-2005

Nijlganzen en nieuw Rechts

Eén van de zegeningen van in Hillegersberg wonen, is dat je rond de plas kan wandelen. Dat doen wij elk weekend minstens één keer. Aan het eind van ons rondje kopen wij in het dorp een haring. Die eten we dan op zittend op een bankje met uitzicht over de plas. Nu in deze tijd is dat extra leuk. Niet alleen omdat er nieuwe haring is (goddelijk!), maar ook omdat de ganzen die bij de plas bivakkeren jongen hebben. Vooral de nijlganzen kunnen er wat van. Een paar jaar geleden telden we een nest van wel twaalf jongen. Rare wezentjes met tijgerstrepen op hoge poten.

nijlgans

Anders dan Michiel Smit van Nieuw Rechts beweert, zijn onze nijlganzen goed ingeburgerd. Ze leven in perfecte harmonie samen met een grote groep gewone Hollandse ganzen. Laatst kwamen we hem tegen op straat, Michiel Smit, niet ver van de plas. Zou hij onze nijlganzen hebben gespot? Helemaal vertrouwen doe ik het niet. Vorige week bestond het nijlganzennest nog uit vijf jongen. Dit weekend waren het er nog maar vier…

06-05-2005

De reiger

reiger

Waar water is, zijn reigers. Bij ons in de buurt wemelt het ervan. Maar ze blijven fascineren. Met hun bedachtzame tred. Hun dolksnavel. Hun zijdelingse wantrouwende blik als je ze voorbijloopt. De manier waarop ze eindeloos lang als bevroren langs de waterkant staan om dan heel plotseling pijlsnel uit te vallen naar een kikker of een vis. Een van de mooiste gedichten die ik ken, gaat over een reiger. Het is van Jan Willem Schulte Nordholt en het heet ‘Reiger op het Binnenplein’.

Een tovervogel daalt neer
op het rechtlijnige plein van onze dag van vandaag
vanachter glas en staal
kijkt het veelvuldig oog
van het kind dat wij goddank zijn
hem vol verwondering aan.

Hij duikt in zijn dons, hij denkt na
dieper waarschijnlijk dan wij,
hij heeft ook veel meer tijd
en zo oneindig veel meer ruimte.

Hij kleurt bij het zink van het plat,
een zuilenheilige op zijn eigen
ernstige poot, een grijze wijsgeer.

Eigenlijk zou hij erelid moeten zijn
van iets dat wij allemaal samen

voelen en willen, maar het heeft nauwelijks
een naam, noem het verlangen.

Maar hij ontstijgt. Reikhalzend
staat hij een ademloos ogenblik,
een trillende antenne. Dan spreidt

hij de majesteit van zijn vleugels.
Hij verheft zich hemelsbreed
boven ons op de aarde. Wij zijn
weer zeer met elkander alleen.


Uit: Verzamelde gedichten (Baarn: de Prom, 1996)

 06-06- 2005