‘Limburgse oehoes dood door gif’ las ik in NRC. Een treurig begin van mijn weekend.
Jaren geleden al weer gingen wij kijken naar de oehoes in de ENCI-groeve op de Sint Pietersberg bij Maastricht. Een broedpaartje bracht er voor het tweede of derde jaar een stel jongen groot. Plaatselijke vogelaars hadden langs het pad tussen wat struiken een onofficiële uitkijkplaats gecreëerd. Van daaruit kon je de groeve overzien. Op een richel in de steile wand aan de overkant hadden ze hun nest gebouwd. We waren niet de enige bezoekers op die mooie avond in juni. Toen we aankwamen, stond al een groepje mensen zwijgend door telescopen en verrekijkers te kijken. Er heerste een gewijde, eerbiedige stilte. Een jonge man met een bol, blozend gezicht en een telescoop zo groot dat hij eerder bedoeld leek om verre planeten te bekijken dan vogels wees ons een plekje toe. Hij leek de onofficiële beheerder van de uitkijkplaats. De hogepriester. Met zijn hulp kreeg ik ze met enige moeite in de lens van mijn telescoop. De beide volwassen oehoes die met hun verenkleed van vele schakeringen beige en bruin de perfecte schutkleuren hebben voor het bewonen van een mergelgroeve. Een van de jongen zat op een richel niet ver van het nest. Een aandoenlijke pluizige teddybeer, verwonderd om zich heen kijkend. Onwetend van het vreemde wezen mens dat hem vanaf de overkant van de groeve in religieuze aanbidding aanstaarde, maar dat ook het bijna uitsterven van zijn soort heeft veroorzaakt.
Nu zijn ze dood. Misschien niet speciaal onze oehoes, maar toch. Dood door gif (pcb’s) waarmee wij mensen met onze industrie de aarde decennialang hebben verziekt.
De Amerikaanse biologe Lynn Margulis noemde de mens eens een pioniersoort. Dat is een soort (meestal wordt de term voor planten gebruikt) die een braakliggend stuk grond als eerste in gebruik neemt. Vervolgens gaat woekeren en daarmee de eigen ondergang bewerkstelligt, doordat voedingsstoffen opraken en de individuen van de soort elkaar verstikken. Na het verdwijnen van de pioniersoort komen nieuwe soorten. Meer bescheiden soorten die niet gaan woekeren, maar ook anderen een plek gunnen. Zo ontstaan biodiversiteit en ecologische rijkdom. Volgens Margulis heeft de mensheid het punt bereikt waarop het stuk grond dat we hebben gekoloniseerd (de gehele aarde) ons niet meer kan voeden. We hebben de aarde ‘uitgewoond’.
Vreemde gedachte dat de aarde een zoveel mooiere en rijkere plek zal zijn als de mens eenmaal is verdwenen. Ik hoop dat de oehoes het tot die tijd uitzingen. Ik gun ze een plekje op die nieuwe mensloze aarde.
13-11-05
Oneerlijke bekeken worden
Wij mensen delen deze aardbol met meer dan alleen ons eigen soort
Om te leren om harmonieus met elkaar te leven is een kunst opzicht
Acceptatie van elkaars leef gewoontes en het geven van ruimte voor elkaar
Eerbiedige stilte waar een spelt kun horen vallen moet je respecteren
Bekeken worden is niet altijd gunstig en gezond voor de begluurde
Gebruik gezond verstand en zet je zelf in hun plaats en dan vraag je wel eens af
Zou ik dat ook wel dat soort aandacht wel leuk vinden.